donderdag 15 februari 2007

De gefilmde stad

Fig9websiteVanavond volgde ik het eerste college in een reeks van de - scheidende - Leidse docent Theater- en Filmwetenschap, Dr. Cobi Bordewijk. Gemakshalve citeer ik een stukje uit haar programma: 'De bioscoopfilm is uitgevonden in het fin de siècle van de negentiende eeuw. Het verbaasde publiek zag trams en auto’s voorbijkomen in de straten en op de pleinen van de grote steden. In de loop van de twintigste eeuw zien we grote mensenmassa’s in warenhuizen met luxe etalages, cafetaria’s en restaurants. Er was bedrijvigheid in de fabrieken, ontspanning in de theaters en bioscopen, vrolijke beweging op de dansvloeren. Kortom: de nieuwe grote steden waren spannend en veelbelovend voor werkzoekenden uit de saaie en arme provincies. Maar er was ook een keerzijde. Er heerste werkloosheid en armoede. Er waren krottenwijken met veel criminaliteit, prostitutie en alcohol- en drugsverslaving. Het leven in de miljoenensteden leende zich bij uitstek voor verfilmingen. In deze metropolen vond men het moderne levensgevoel, opwindend, confronterend en tegelijk beangstigend. De contrasten en conflicten zorgden voor drama, spanning en sensatie. Zo ontstond een nieuw genre: de metropoolfilm. Aan het einde van de jaren twintig waren er verschillende soorten metropoolfilms. De essayistische, ritmisch gemonteerde documentaires waarin de stad zelf het hoofdthema was, met als beroemdste voorbeeld Ruttmann’s Berlin Die Sinfonie der Grossstadt (1927).'



MasereelBordewijk beklemtoonde vanavond de mythevorming die stadsfilms tot gevolg hadden. Aanvankelijk was film een soort kermisattractie: mensen vonden het leuk om bewegende beelden van hun eigen stad te zien. Het waren een soort bewegende prentbriefkaarten. Het idealiserende effect hiervan deed provincialen, die zulke films in hun dorp zagen, naar de stad verlangen: daar was alles groots en dynamisch; daar vond je werk, woning en vertier. Bordewijk onderscheidt drie sub-genres in de stedenfilm: de documentaire, de fictieve film en de speelfilm. Die Sinfonie der Grossstadt, welke vanavond werd vertoond, is een karakteristieke, documentaire weergave van 'De 'Stad'. Ik zag hem voor het eerst. De film roept bij mij associaties op met bijvoorbeeld Joris Ivens' De Brug (1928), maar ook met de filmisch aaneengeregen houtsneden van Frans Masereel en natuurlijk met Celine's beschrijving van de Amerikaanse Grote Stad in Voyage au bout de la nuit. Net als bij Masereel gaat het niet zozeer om de stad in casu. De beelden zijn metaforisch. Het gaat niet om bekende stadsgezichten; Die Sinfonie der Grossstadt toont weliswaar Berlijn, maar de Brandenburger Tor komt er niet in vor, eh, voor.



Die Sinfonie der Grossstadt is integraal op het internet te bekijken, compleet met bijbehorende muziek:



Die Sinfonie der Grossstadt



Geen opmerkingen:

Een reactie posten