De tentoonstelling over Henry Moore in de Rotterdamse Kunsthal, betreft een overzicht van zijn werk in samenhang met architectuur. Je krijgt niet gauw de kans om zoveel monumentaal werk bij elkaar te zien van een genius als Moore. Mijn mond viel open van verrukte verbazing. Een paar uur walste ik tevreden rond de voluptueuze, antropomorfe, of op reuzenwervels lijkende bronzen met groene-, gele en rode patina's.
Een gat is ook een vorm oordeelde Moore. Een beeldhouwer moest zich volgens hem voortdurend bezighouden met de 'volledige' ruimtelijke vorm. Hij liet zich inspireren door kiezels bijvoorbeeld, die - ook al passen ze in de holte van je hand - monumentaal van vorm kunnen zijn. Ook keek hij naar de houtbewerkers van West-Ierland (Oceaniƫ). Deze kunstenaars kerven zoveel weg uit een stuk hout, dat de holle ruimten die hierdoor onstaan, medebepalend zijn voor de vorm van het totale object.
Natuurlijk besteedt de Kunsthal aandacht aan het bakstenen wandreliƫf voor het Bouwcentrum (1955), een werk dat zelfs bij Rotterdammers behoorlijk onbekend is. Behalve enkele levensgrote fotowanden, die mede de sfeer in de ruimte bepalen, zijn er kleine (brons)modellen en vitrines met ontwerpen, foto's en correspondentie. Moore had het vaak moeilijk met architecten. Zijn wand aan het Bouwcentrum is aangebracht aan de noordzijde, in plaats van de zuidzijde. Schaduwen spelen een belangrijke rol in Moore's werk. In Rotterdam zijn wel schijnwerpers aangebracht, maar die werpen altijd dezelfde schaduw. Met de architect Pei kon hij goed opschieten. De beeldhouwer en de architect selecteerden in goed overleg reeds bestaande objecten voor vier van Pei's gebouwen in de V.S.
In een van de vitrine's tref ik een paar foto's aan van de opstelling destijds in het Amsterdamse Stedelijk, waar de voorlaatste grote Moore-tentoonstelling in Nederland plaatshad. En ik zie opeens de waarde van Koolhaas' Kunsthal. Je kunt die geniale objecten hier blijkbaar moeiteloos op volmaakte wijze parkeren. Hoewel museumdirecteur Sandberg destijds zijn nek uitstak om grote kunst het land binnen te smokkelen, lukte het hem kennelijk niet altijd deze ook goed neer te zetten. Ach, toen ging het nog om de schok van het nieuwe. Die schok keert niet terug, maar het genot blijft. De tentoonstelling duurt nog tot 18 januari.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten