Zo ongeveer tegelijk met Bergman, blijkt ook Antonioni het tijdelijke met het eeuwige te hebben verwisseld. Mijn eerste gedachte is: Blow Up! Ik noemde deze film, icoon van de jaren zestig, eerder in mijn stukje van 9 maart over de college's van Cobi Bordewijk. Zabriskie Point uit 1970 is ook een hoogtepunt. Ik meen me te herinneren dat we in die tijd soms een jaar moesten wachten voor een buitenlandse film in Nederland werd uitgebracht. Zo wachtten we bijvoorbeeld met ongeduld op Easy Rider en ook op Zabriskie Point. Vooral de slotscène waarin een luxueuze villa in slow motion explodeert is me bijgebleven. De muziek is van Pink Floyd.
dinsdag 31 juli 2007
Michelangelo Antonioni - 1912-2007
maandag 30 juli 2007
Ingmar Bergman - 1918-2007
Lees zojuist dat de grote filmer Ingmar Bergman is overleden. Heb hem zeker bewonderd, maar nooit van hem en zijn films gehouden. Ik heb te weinig affiniteiten met 'het Noorden'. Minder eufemistisch uitgedrukt: hoe noordelijker, hoe meer xenofoob. Het spijt me. Ik weet het: ik zou hiervoor behandeld moeten worden.
In 1968 parodieerden George Coe en Anthony Lover Bergman met hun korte film De Düva (de duif). De dialogen zijn quasi Zweeds met Engelse ondertiteling.
Afb: still uit Wilde aardbeien
zondag 29 juli 2007
L'Idée
Wie de houtsnede-boeken van Frans Masereel doorbladert, moet onmiddellijk aan 'film' denken. Ook rond 1930 lag het voor de hand dergelijk materiaal te bewerken tot 'moving pictures'. In 1934 werd de film L'Idée voor 't eerst voor publiek vertoond in Londen en Brussel. Het werd geen succes. Men was reeds gewend aan Disney's vloeiende animaties en men vond de film amateuristisch. Enige jaren daarvoor had Masereel enthousiast gereageerd op het verzoek van de geëngageerde schrijfster Thea Sternheim, mee te werken aan een animatiefilm naar een van zijn eigen houtsnedeboeken. Masereel was voor alles kunstenaar en een vakman als houtsnijder. Maar hij was ook een groot idealist. Hij vond dat elk mens zijn talent moest inzetten voor de wereldvrede. Hij meende met het medium film een veel groter publiek te kunnen bereiken, dan met zijn houtsnede-boeken.
In december 1930 gaat Masereel aan de slag. Drie maanden later schrijft hij aan Sternheim dat het gebruik van houtsneden niet werkt. Dat is interessant. Hieruit blijkt dat het maken van een animatiefilm iets anders is dan het simpel achter elkaar zetten van plaatjes. Een vergissing, die momenteel - bijna tachtig jaar later - soms nog wordt gemaakt. Een goed beeldverhaal vult haar eigen leemtes in binnen de perceptie van de beschouwer. Deze ervaart beweging, die feitelijk ontbreekt. Bovendien, doordat zijn verhalen 'sans paroles' zijn, laat Masereel de beschouwer vaak vrij in zijn interpretatie.
Uiteindelijk tekent en aquaraleert Masereel de decors en de figuren. De jonge regisseur Berthold Bartosch knipt ze uit en maakt ze scharnierend. Na twee jaar werk, kan een eerste versie worden vertoond. Pas in 1933 is de muziek, van Arthur Honegger, gereed. Honegger heeft net als Masereel een 'humanistische kunstopvatting'; hij wil zijn muziek dienstbaar maken aan het socialisme. Een noviteit is het gebruik van een electronisch instrument, de Ondes-Martinot. Hoewel het resultaat - mede door Bartosch' belichtingstechniek - soms poëtisch is, valt de film als geheel tegen.
Bron: Joris van Parys, Masereel een biografie, 1995
Afbeeldingen: Frans Masereel, L'idée, 1920
zaterdag 28 juli 2007
Mastaba
Christo en Jeanne-Claude kunnen in Abu Dhabi aan de slag met hun Mastaba project. Het idee een mastaba (afgeknotte piramide met rechthoekig grondvlak) te bouwen uit oliedrums, dateert uit de jaren zeventig. Merkwaardig is, dat het project wordt betaald door Abu Dhabi. Het kunstenaarsduo financierde voorgaande projecten altijd zelf.
vrijdag 27 juli 2007
Aeneas Wilder
In het kader van de kunst/architectuur manifestatie follyDOCK (Rotterdam-Heijplaat), bouwde kunstenaar Aeneas Wilder de hiernaast afgebeelde koepel. Wilder stelde zijn Free Standing Dome samen uit ca. 1200, uit de haven afkomstige, houten latten. Wilder's werk bestaat gewoonlijk uit het construeren van bouwsels of objecten met een symbolische waarde (uit kunststof blokken gemaakte nationale vlaggen bijvoorbeeld). Steeds gaat het om drie motieven: opbouw, realisering en vernietiging.
De elementen waaruit Wilder zijn tijdelijke constructies vervaardigt kunnen van polystyreen zijn, of van hout. Meestal zijn de constructies zelfdragend. Druk- en trekkracht zorgen voor stabiliteit. Bij expo's in gesloten ruimtes, kunnen wanden, vloeren en plafonds dienen om de 'bouwstenen' tussen te klemmen. Tot slot wordt met een enkele trap het bouwwerk vernietigd. Voor de koepel op Heijplaat werden overigens 5.000 schroeven gebruikt. Het is mij niet bekend hoe dit bouwsel straks (op 8 september) zal worden vernietigd.
Kijk naar Wilder's filmpjes, om te zien hoe hij het doet:
dinsdag 24 juli 2007
Op reis met Dante
Vooral in de trein is het onmogelijk geworden je nog in een boek te verdiepen, dat uit karton, papier en drukinkt is samengesteld. De vervloekte discodreunen en beeps afkomstig uit de immer aanwezige mobieltjes en het bijbehorende luide gekakel en gezwatel in die dingen, vergallen je leesplezier. La Divina Commedia is integraal als luisterboek te downloaden. Probeer het volume van de charmante vertelster boven het omgevingsgeruis te houden en geniet!
Afb: Dante en Vergilius naar een houtgravure van Gustave Doré
zondag 22 juli 2007
Quarantaine
Over de architect J.G. Snuif kan ik vooralsnog niet veel meer vinden dan zijn, op het www ontdekte, vermelding in het telefoonboek voor Rotterdam (uitgave 1915). De man woonde toen aan de Henegouwerlaan. Zijn telefoonnummer was 8402.
In de jaren dertig ontwierp Snuif twee gebouwencomplexen, die binnenkort tot rijksmonument worden gepromoveerd: de Parksluizen en het Quarantaineterrein. De Parksluizen in de Coolhaven zijn bij Rotterdammers wel bekend. Zij liggen midden in een stadsgebied, dat sedert de laatste jaren en vogue is. Van het Quarantaineterrein hebben velen misschien wel eens gehoord. Maar als je er niets te zoeken hebt, zul je er niet zo gauw heen gaan. Het is een 'uithoek'. En terecht, de oorspronkelijke functie was immers: quarantaine; 'de naam zegt het reeds', zou Wim T. Schippers zeggen. Ik was was er gisteren ook pas voor 't eerst; een in stedenbouw en architectuur geïnteresseerde vriendin nam me op sleeptouw.
Zoals gezegd, het is een geïsoleerd complex. Er is een reinigingsgebouw, een isoleerbarak en een zusterhuis. Stilistisch gezien: zakelijk expressionistisch. Het is er ooit neergezet ter preventie en bestrijding van besmettelijke ziekten onder zeelui. Is nauwelijks zo gebruikt. Wel diende het, tot einde jaren zestig, voor de verpleging van tuberculose-lijders. Momenteel zijn de barakken bewoond. Het is er rustig en groen. Romantische strandjes zijn nabij. Iets voor verliefden.
Morgen ga ik met mijn zoon een woning bekijken op de Henegouwerlaan; in de huizenrij, waar Snuif ooit woonde. Grappig hoe trivia en persoonlijke zaken elkaar kunnen raken.