Posts tonen met het label Barcelona. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Barcelona. Alle posts tonen

maandag 18 februari 2008

José Luis Guerín

2227795133_bbee6682dc_bVoordat ik dit jaar Barcelona bezoek, wil ik zeker nog twee dingen doen: De Stad der Wonderen van Eduardo Mendoza herlezen en de film En Construcción van José Luis Guerín zien. Betere voorbereiding op deze stad is er niet.



Tijdens het IFFR was ik aanwezig bij het interview van George Vermij met Guerín. Lees George's voorbeeldige verslag voor 8Weekly:



George Vermij in gesprek met José Luis Guerín



Zie ook mijn foto's van Guerín en zijn films tijdens het IFFR



maandag 15 oktober 2007

52ste Biennale Venetië - 8, José Luis Guerín

Guern_01De Catalaanse hoofdstad Barcelona bepaalt al ruim een eeuw - preciezer: vanaf de wereldtentoonstelling in 1888 - de Spaanse innovaties op artistiek-cultureel niveau. Op grote kunsttentoonstellingen zijn Catalaanse kunstenaars relatief meer vertegenwoordigd dan hun collega's uit de rest van Spanje.



Guern_02De kunstenaar José Luis Guerín is geboren en getogen in Barcelona. In Venetië moet hij het Spaanse paviljoen delen met twee landgenoten. Jammer, je had hem graag de gehele ruimte gegund. Guerín uit zich met fotografie en film. Zijn voorlaatste film En Construcción (2001) gaat over een Barcelonese probleemwijk.



Guern_03Ik werd getroffen door Guerín's melancholieke werk op de Biennale. Waarom? Misschien 'herken' ik 'zijn vrouwen'? Zijn nieuwste film En la ciudad de Sylvia, gaat over de queeste van een jongeman naar een meisje, dat hij jaren eerder in Strassbourg heeft gekend.



Fragment uit En la ciudad de Sylvia



Weblog Filmbrain over de film (+ commentaar van 8Weekly-recensent George Vermij)



donderdag 8 februari 2007

Barcelona (6) Cardiff en Miller









Img_0069



In het Museu d’Art Contemporani de Barcelona (MACBA) loopt van 1 februari tot 1 mei de expo The Killing Machine i altres històries. Het betreft tien installaties van de Canadezen Janet Cardiff en George Bures Miller. Sinds zo’n vijftien jaren, werken zij vaak samen. Het werk The Killing Machine kwam recentelijk tot stand en is de naamgever van de tentoonstelling. De installatie wordt voor het eerst aan het publiek getoond. Curator is de directeur van het MACBA, Bartomeu Marí. Van 1996 tot 2001 was Marí directeur van de toonaangevende Rotterdamse galerie Witte de With.





Bij elke installatie borrelen andere gevoelens op. The Forty-Part Motet biedt serene schoonheid; ik wandelde heen en terug langs de veertig geluidboxen en werd ontroerd door het prachtige gezang. Als toehoorder, kun je zelf bepalen hoe je wilt luisteren: het hele koor, individuele stemmen, en van alles daar tussenin. The Paradise Institute brengt je in een sfeer van amusante verwarring. Cardiff en Miller verschaffen je de illusie van een grote bioscoopzaal. Je krijgt een hoofdtelefoon op en vanuit een gemakkelijke bioscoopzetel kijk je vanaf ‘het balkon’ naar het filmscherm in de ‘verte’. Je wordt direct opgenomen in een hybride verhaal. Een nerveuze vrouw fluistert telkens in haar man's oor (jouw oor) dat ze waarschijnlijk zijn vergeten de kachel uit te doen. Het suspense verhaal op het witte doek vermengt zich allengs met de situatie van het onrustige echtpaar.







The Killing Machine zorgt voor horror. Deze installatie is gebaseerd op Kafka’s novelle In der Strafkolonie (1914). In dit verhaal gaat het om de macht van een mechanisme. Executies worden voltrokken door een foltermachine, die het gebod dat de veroordeelde heeft overtreden met een naald in zijn lichaam kerft. Ik bracht deze helse machine zelf in werking door op een rode knop te drukken. Het gaf me een gevoel van medeschuldigheid. Bij de tweede keer had ik al minder wroeging.







MACBA



woensdag 7 februari 2007

Barcelona (5) Kunst en Ontucht

Brussedongen_1Achter de Rotterdamse Academie van Beeldende Kunsten, ruim honderd jaar geleden nog gevestigd in een statig gebouw aan de Coolsingel, bevond zich de Zandstraat - de beruchtste straat van De Polder, bewoond door armoedzaaiers, prostituées en pooiers; Poel des Verderfs, waar arbeiders en zeelui hun zuurverdiende centen vergooiden in ranzige kroegen en huizen van losse zeden. Kees van Dongen deed er zijn inspiratie op. Als ambitieuze kunstenaar vond hij Rotterdam te flauw en verhuisde op jonge leeftijd naar Parijs. Merkwaardig is, dat hij óók in Parijs nog tekende en schilderde met De Polder en haar bewoners als onderwerp. Ik plaats hierbij het omslag-met-illustratie-van-Van Dongen van Het Rosse Leven en Sterven van de Zandstraat door de Rotterdamse journalist (en vriend-van-Van Dongen) M.J. Brusse.



DamesdaPicasso bezocht in Barcelona de kunstacademie. Ook rond dát gebouw was - en ís - prostitutie alom aanwezig. Een sleutelwerk van Picasso is Les démoiselles d'Avignon. Ik weet niet hoe deze titel in de wereld is gekomen. Wel weet ik dat hij dit 'ijkpunt in de schilderkunst' heeft vervaardigd in 1907 in Parijs. Het subject, een bordeelscène, heeft niets te maken met Pablo's ervaringen in Parijs - laat staan Avignon - maar verwijst naar zijn geflierefluit in de Carrer d'Avinyó (Avignonstraat) in Barcelona's oude centrum. Het werk bevindt zich in het MoMa in New York.



Barcelona (4)

Img_0013Met mijn levensgezellin, verbleef ik een weekje in Barcelona. Een betere gids kun je je niet wensen. Mijn vriendin woonde ooit een jaar in deze stad. Zij werkte hier aan haar eerste stedenbouwkundige ontwerpen, schreef over post modernistische architectuur en interviewde architecten, waaronder de jonggestorven Enrico Miralles. De komende dagen zal ik verslag doen van onze culturele belevenissen. Af en toe maar even kijken dus.



maandag 29 januari 2007

Barcelona (3) Ernesto

Kopie_van_21183_2Ik vind het leuk deze twee afbeeldingen naast elkaar te plaatsen. De voorstellingen zijn identiek: Tronende Christus. Zoek de verschillen. Maar constateer vooral de overeenkomsten. Wat dat betreft vallen de licht elliptische dubbele cirkels op. Zo'n weergave moet toch wel haast op afspraak of verordening berusten zou ik denken.



De linker Christus betreft een miniatuur uit de zogenaamde Stavelot Bijbel, in bezit van het British Museum. Twee monniken, Goderannus en Ernesto, zouden het manuscript in 1097 hebben voltooid, na er vier jaar aan te hebben gewerkt. De Christusfiguur rechts is afkomstig van een paneel (eveneens ca. 1100) uit de collectie van het Museu Nacional d'Art de Catalunya in Barcelona. In dit geval is onmiskenbaar sprake van regionale authenciteit ofwel het Catalaanse 'kanton' Urgell. Hoe heette die ene monnik uit Stavelot ook al weer? Oh ja, Errrnesssto!



zaterdag 27 januari 2007

Barcelona (2) Miró en Hemingway

MiroToen Hemingway begin jaren twintig Miró voor het eerst ontmoette, was deze arm, had weinig te eten en werkte elke dag, negen maanden lang, aan een schilderij dat hij La Masía  (De Boerderij) noemde. De schilder was niet van plan dit werk te verkopen. Aldus Ernest Hemingway, een van ’s werelds meest gelezen auteurs; niet in de laatste plaats door zijn clichématige vertolkingen van situaties. In 1925 kwam de schrijver/journalist alsnog in het bezit van het werk. Hoe dan? Hij was immers zelf ook arm? Voor het schilderij, inmiddels in de kunsthandel, moest 5.000 francs worden opgehoest. Hemingway maakte een deal met de kunstverkoper en verkreeg een optie. Hij wist het forse bedrag bij elkaar te krijgen door twee (mede) gokverslaafde makkers ertoe te bewegen in te zetten op een derde van de gevraagde som. Hij won het gedobbel en wist met erbij geleend geld nog net op tijd - voor het werk werd volgens de kunsthandelaar, volgens Hemingway, inmiddels vier keer zoveel geboden - het schilderij aan te schaffen.



Barcelona (1)

“Barcelona is the industrial and commercial center of Spain and its most up-to-date city, and it keeps itself informed about the latest developments in Paris with a provincial pathos aggravated by the fact that it has more in common with Southern France, linguistically and temperamentally, than with the rest of Spain”. Aldus de beroemde Amerikaanse kunsthistoricus Clement Greenberg in 1948.



Sinds halverwege de 19de eeuw de stadsmuren werden neergehaald, is de stad zich gaan ontplooiien. Tussen de beide in Barcelona gehouden wereldtentoonstellingen (1888 en 1929) groeide het van havenstadje naar metropool. Inmiddels bracht Gaudí zijn eigenzinnige architectonische accenten aan. Ook tijdens de halve eeuw Franco-fascisme bleef de stad een voedingsbodem voor modernistische kunst en architectuur. Overigens had dat modernisme - zeker in de architectuur - volgens mij meer te maken met fascisme dan we in de tweede helft van de twintigste eeuw wilden weten. Vandaag is Barcelona nog steeds de eerste culturele stad van Spanje, of liever: een van de belangrijkste Europese cultuursteden.



Picasso en Miró drukten hun stempel op Barcelona. Eerstgenoemde kwam er tot wasdom; Miró bleef er wonen, afgezien van korte onderbrekingen tijdens welke hij in Parijs en Normandië verbleef, en zijn uiteindelijke verhuizing naar Mallorca. In de eerste helft van de vorige eeuw werd alle belangrijke kunst in Parijs gefabiceerd. Bevlogen kunstenaars overal vandaan brachten kortere of langere tijd door in de lichtstad. Daaronder zijn Picasso, Miró en de Madrileen Juan Gris de bekendste Spanjaarden. Hoe is het momenteel gesteld met Barcelona als cultuurstad? Ik ga er begin februari - Deo Volente, Jacobus 4:13-15 - een kijkje nemen en hoop daar verslag van te doen op dit blog.